BETALINGSVOORWAARDEN
|
1. | De vracht en verdere
op de goederen drukkende kosten zijn bij gefrankeerde zending
opeisbaar op het moment dat de afzender / opdrachtgever de
vrachtbrief aan de vervoerder overhandigt, dan wel op het
ogenblik dat de vervoerder de opdracht aanvaardt. |
2. | Indien ongefrankeerde
zending is overeengekomen, is de geadresseerde bij inontvangstneming
van de goederen verplicht de vracht, het uit anderen hoofde
ter zake van het vervoer verschuldigde en verdere op de goederen
drukkende kosten te betalen; indien hij deze op eerste aanmaning
niet voldeed, is de afzender / opdrachtgever hoofdelijk met
hem tot betaling verplicht. |
3. | Indien de vervoerder
–anders dan bij ongefrankeerde zending- op verzoek van de
afzender / opdrachtgever de vracht, het uit anderen hoofde
ter zake van het vervoer verschuldigde en verder op
de goederen drukkende kosten met betrekking tot het verrichte
transport in rekening brengt bij de geadresseerde of een derde,
blijft de afzender / opdrachtgever tot betaling van deze bedragen
verplicht indien de geadresseerde of de derde deze op de eerste
aanmaning niet voldeed. |
4. | Indien de vervoerder
een factuur zendt, is de debiteur verplicht deze binnen 14
dagen na factuurdatum te voldoen. |
5. | Facturen worden geacht
door de debiteur te zijn geaccepteerd en akkoord bevonden, indien niet binnen 8 dagen na factuurdatum
de vervoerder een schriftelijk bezwaar heeft bereikt. |
6. | Indien de debiteur
in verzuim is, is hij verplicht naast de hoofdsom de wettelijke
rente te betalen. |
7. | Eventuele betalingen
zullen vooreerst in mindering strekken op de vervallen rente
en vervolgens op de hoofdsom. |
1. | De afzender / opdrachtgever
is niet gerechtigd schuld vergelijking toe te passen ten aanzien
van bedragen, welke
de vervoerder krachtens enige met hem gesloten overeenkomst
in rekening brengt, tenzij de vervoerder de vordering schiftelijk
heeft erkend. |
ARTIKEL 3: INCASSO
1. | De vervoerde is gerechtigd
om alle noodzakelijke gemaakte buitengerechtelijke kosten
ter incasso aan degene die gehouden is tot betaling in rekening
te brengen. De buitengerechtelijke kosten, met een minimum
van 15% van de hoofdsom, zijn eerst verschuldigd vanaf het
moment dat de debiteur in verzuim is en de verordering uit
handen is gegeven. |
2. | Voor de omvang van
de buitengerechtelijk kosten geldt, de declaratie van de betreffende
advocaat, deurwaarder of incassobureau als bewijs. |
1. | De vervoerder heeft
jegens ieder, die daarvan afgifte verlangt, een retentierecht
op goederen en documenten, die hij in verband met de vervoerovereenkomst
onder zich heeft. Dit recht komt hem echter niet toe jegens
een derde, indien hij op het tijdstip dat hij de goederen
ten vervoer ontving, reden had te twijfelen aan de bevoegdheid
van de afzender / opdrachtgever jegens die derde de goederen
ten vervoer ter beschikking te stellen. |
2. | Tegenover d afzender
/ opdrachtgever of de ontvanger / geadresseerde kan de vervoerder
het recht van retentie uitoefenen o de goederen, gelden en
documenten voor hetgeen hem verschuldigd is of zal worden
ter zake van het vervoer van de goederen. |
3. | Hij kan dit recht tevens
uitoefenen voor hetgeen bij wijze van rembours op de goederen
drukt. |
4. | De vervoerder kan het
in de leden 2 en 3 toegekende
recht van retentie eveneens uitoefenen voor
hetgeen hem door de afzender / opdrachtgever nog verschuldigd
is in verband met voorgaande vervoerovereenkomsten. |
5. | Zolang de goederen
niet op de plaats van bestemming zijn aangekomen, heeft de
vervoerder het recht om van de afzender / opdrachtgever te
vorderen, dat zekerheid gesteld wordt voor de vracht en alle
vorderingen die hij ten laste van de afzender / opdrachtgever
heeft of zal krijgen en heeft hij het recht het vertrek van
het vervoermiddel uit te stellen, dan wel een eenmaal aangevangen
vervoer op te schorten, zolang niet aan zijn vordering tot
stellen van zekerheid is voldaan. |
6. | De vervoerder is nimmer
aansprakelijk voor eventuele schade die uit een uitstel of
opschorting als hierboven is genoemd voortvloeit. |
1. | Alle goederen, documenten
en gelden, welke de vervoerder uit welken hoofde en met welke
bestemming ook onder zich heeft of zal krijgen, strekken hem
tot onderpand voor alle vorderingen, welke hij ten laste van
de afzender / opdrachtgever of van de eigenaar heeft of mocht
krijgen. |
2. | Bij niet voldoening
van de vordering geschiedt de verkoop van het onderpand in
het openbaar dan wel door middel van onderhandse verkoop,
indien hieromtrent overeenstemming is bereikt bevoegdheid
tot verkoop is ontstaan. |
1. | De schuldenaar kan
zich nimmer tegenover de vervoerder beroepen op hem ten aanzien
van vorige opdrachten al dan niet uitdrukkelijk verleend uitstel
van betaling, hetwelk de termijn van 14 dagen overschreed. |
2. | Indien de afzender
/ opdrachtgever, dan wel een derde namens de afzender / opdrachtgever
een onherroepelijke, door de vervoerder geaccepteerde bankgarantie
stelt voor de in lid 5 van ARTIKEL 4 (opschorting) en lid
1 van ARTIKEL 5 (pand) bedoelde vorderingen, komen alle rechten
die de vervoerder heeft volgens het bepaalde in ARTIKEL 4
(retentie en opschorting) en ARTIKEL 5 (pand) te vervallen. |
1. | De afzender / opdrachtgever
is verplicht de vervoerder op de hoogte te houden van het
adres, waarop hij bereikbaar is. |
2. | Eventuele schaden,
welke het gevolg zijn van het niet-nakomen door de afzender
/ opdrachtgever van de verplichting uit lid 1, komen nimmer
ten laste van de vervoerde. |
Deze
voorwaarden kunnen worden aangehaald als de “Transport en
Logistiek Nederland algemene betalingsvoorwaarden”. |
|
Op
1 oktober 1993 zijn bij de Arrondissementsrechtbank te ’s Gravenhage
de Transport en Logistiek Nederland algemene betalingsvoorwaarden
en gedeponeerd, onder aktenummer 238. Deze betalingsvoorwaarden
komen in plaats van de NOB-, CVO- en PCB algemene betalingsvoorwaarden.
De
opdrachtgever blijft de vrachtdebiteur tegenover de vervoerder
ook al verzoekt hij de vervoerder om de rekening bij een ander
in te dienen. Bij ongefrankeerde zending is er hoofdelijk aansprakelijkheid
van de opdrachtgever naast de geadresseerde.
De
vervoerder heeft zelf wel de mogelijkheid om vorderingen van de
opdrachtgever te compenseren met vorderingen die de opdrachtgever
op hem heeft als het gaat om wederzijds niet betwiste vorderingen.
Op de schuldvergelijking moet een schriftelijk beroep worden gedaan.
Om
een beroep te kunnen doen op vergoeding van de kosten is het van
belang dat –alvorens de incasso uit handen gegeven wordt een correcte
schriftelijke aanmaning verzonden.
NB:
Vrachtvorderingen verjaren in principe met een termijn van 1 jaar.
Een tijdige en correcte aanmaning stuit de verjaring.
Lid
1 heeft betrekking op de situatie dat een eigenaar van de goederen
de goederen buiten de vervoerovereenkomst van de vervoerder opvordert.
De vervoerder heeft in principe niets te maken
met de eigendomsverhoudingen met betrekking tot de door hem vervoerde
goederen. Het retentierecht in lid 2 e.v.heeft betrekking op het
vast houden van de goederen tegenover de ontvanger en de afzender
totdat de openstaande vorderingen van de vervoerder ook teer zake
van eerdere vervoersovereenkomsten zijn voldaan of voor die vorderingen
zekerheid is gesteld op grond van het bepaalde in ARTIKEL 6 van
de voorwaarden.
Het
pandrecht geeft de vervoerder met name in geval van een faillissement
van de opdrachtgever een sterke positie. De vervoerder moet dan
wel te goeder trouw zijn bij het krijgen van het pandrecht. In
die gevallen, waarin de vervoerder weet of kan weten, dat de opdrachtgever
waarschijnlijk niet tevens de eigenaar van de vervoerde goederen
is (bijvoorbeeld bij een opdracht van een expediteur) kan een
pandrecht niet worden uitgeoefend.